- stomheid
- {{stomheid}}{{/term}}1 [het niet kunnen spreken] dumbness ⇒ muteness, 〈van emotie〉 speechlessness2 [stomme streek; het stom zijn] stupidity♦voorbeelden:1 aangeboren stomheid • congenital dumbnessmet stomheid geslagen zijn • be dumbfounded
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.